Bijdragen aan deze productie?
Doneer op de rekening:
Multimediale Stichting Aard
(SWIFT code: TRIONL2U)
NL96 TRIO 0390 1100 00
Met verwijzing:
Aard producties of specifieke titel
Meer informatie?
“Het dwaalt, vloeit samen, valt uiteen, verdwijnt, en het herhaalt zich, alsof er steeds weer iets moet worden gezocht, gevonden, verloren, gezocht alsof er steeds weer iets moet, iets moet zijn voor het verdwijnt en daarna.”
Rutger Kopland
Het verhaal
In Poëtische dialoog komen twee actrices (een Nederlandse en een Russische), een danseres en een geluidsarchitect bij elkaar op zoek naar De Ander. De Ander is alles wat ze zelf niet zijn, maar wat ze willen bereiken, begrijpen en ervaren. Ze zijn De Ander voor elkaar als vertegenwoordigers van de andere cultuur en andere media. De taal van de voorstelling is die van poëzie. Zowel in woord als in beeld, als in geluid. De actrices dragen gedichten voor, de ene in het Russisch de andere in het Nederlands. Ieder gedicht is een antwoord op het voorgaande. De danseres antwoordt op het poëtische woord door dansbeweging en de geluidsarchitect met een associatief geluidsbeeld. Zo komen ook de dans en het geluidsbeeld in dialoog met het gesproken woord. Op de videoschermen worden gedichten vertaald. Net voor het einde komen de gedichten, gedragen in verschillende talen, samen met de dans en het geluidsbeeld tot een soort symfonie, waar alle performers een weg tot elkaar vinden. De poëtische dialoog kan je zien als een voorstelling-performance. Er is geen klassieke dramatische lijn, gevat in realistische dialogen. Het is meer een gedicht in woord, beeld, beweging en geluidsbeeld. Daar middenin staat de toeschouwer.
Concept
Als grondslag voor deze voorstelling-performance ligt een filosofisch uitgangspunt. De Ander is een belangrijk filosofisch begrip, dat onmisbaar is voor het definiëren van de eigen identiteit, zowel van het individu als van een cultuur. Het verschil bepaalt de grenzen van het “ik” door datgene wat dat “ik” niet is. Dat anders zijn kan als een bedreiging ervaren worden, maar ook als verrijking, mits het “ik” niet poogt De Ander te dwingen om de verschillen op te heffen, maar deze in zijn waarde laat en benadert op gelijkwaardige basis. Daarmee wordt het “ik” verrijkt door nieuwe betekenissen en perspectieven. De beweging vanuit afstand tot toenadering, vanuit het onderscheid – naar raakpunten is het filosofische uitgangspunt voor de voorstelling. Het is een artistieke verbeelding van de zoektocht naar De Ander. De twee poëtische tradities komen hier bij elkaar als talige basis van de voorstelling – die van Nederland en Rusland. Beide tradities zijn echter van een geheel ander karakter. Daar waar de Russische poëzie drijft op een rijke rijmtraditie, is die van Nederland bepaald door ritmische structuren en taalmelodieën. Daar waar in Rusland de traditie bepalend is, is het in Nederland vooral het talige experiment vanuit moderniteit. Hoe anders de culturen ook zijn, de werking van de poëtisch taal volgt eenzelfde retoriek. Het laat ruimte voor emotie, verbeelding en interpretatie, ruimte waar De Ander zich kan nestelen en kan zegevieren. Bij de opbouw van de dialoog beginnen we met vragen over verschillen. Vanuit de verschillen volgen we de weg naar de overeenkomsten. Wat bepaalt de eigenheid van een land? – zijn geschiedenis, de taal, landschappen, mensen en hun omgangsvormen? Het vlakke, afgebakende land met grenzeloos zeezicht is het Nederlands landschap. In de geschiedenis van de handel over zee ligt de oorsprong van tolerantie en openheid voor het vreemde, de plaats voor De Ander. Verlangen naar en verkennen van verre landen – de fascinatie voor het verre en vreemde komt ook terug in de Nederlandse poëzie. Dat is een heel ander landschap dan dat van Russische taal, voornamelijk bepaald door immense landvlaktes. De associatieve taalruimte is verankerd in de aarde, grond. Emotie is groot en onbevattelijk. Het oog voor het detail, verwondering over het kleine, dagelijkse loop van een mensleven die zo kenmerkend voor de Nederlandse poëzie is, komt te staan tegenover het grootse dramatische Russische zielenlied. Maar ergens in de kern blijft de mens hetzelfde, ongeacht zijn oorsprong. Hierin ligt het aanknopingspunt met de Ander. De ruimte, bepaald door het voor ieder mens herkenbare verlangen naar liefde, herkenning, begrip en toenadering.
Artistiek team
De voorstelling wordt gedragen door twee actrices, een danseres en een geluidsarchitect. Op basis van het concept zal tijdens het repetitieproces de concrete vorm ontwikkeld worden. Tijdens die repetities leggen de spelers een basis aan met een gedichtenselectie. De danseres en geluidsarchitect reageren vervolgens vanuit hun gebied op elkaar. Een dialoog in woord, beeld, beweging en klank. Tezamen creëren we een associatieve ruimte voor de zoektocht naar de Ander, waar het publiek een medespeler wordt. Voor deze voorstelling maken we een selectie uit een aantal gedichten van de oudere en jongere generatie van Nederlandse en Russische dichters. Nederlands: J. Slauerhoff, Rutger Kopland, Michael Zeeman, Jannah Loontjens, Hendrik Marsman. Russisch: Anna Achmatova, Sergei Jesenin, Bella Achmadulina, Arseni Tarkovski, Iosif Brodski.